Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de kinderen Israels togen op, en weenden voor het [42]aangezicht des HEEREN tot op den avond, en vraagden den HEERE zeggende: Zal [43]ik [44]weder genaken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, [45]mijn broeder? En de HEERE zeide: Trekt tegen hem op. 42. Dat is, in de tent der samenkomst, waar de ark des verbonds was, een zichtbaar teken van Gods tegenwoordigheid en genade. Zie onder, vs.26,27, en Lev.1:3. 43. Israel; alzo onder, vs.28. 44. Hebreeuws, zal ik toedoen, of, voortvaren te genaken. 45. Het schijnt dat zij, vermits de geleden nederlaag, twijfelen of het Gode aangenaam is, dat zij als tegen hun broeders krijgen, zonder te vragen naar de uitkomst of de victorie.